Electriciteit opwekking

De beste manier om electricieteit op te wekken.

Een team deskundigen van de UN hebben in december een belangrijk rapport uitgebracht. Nu komt ongeveer een vijfde deel van het wereldwijde energiegebruik uit elektriciteit. De verwachting is dat dit als gevolg van elektrificatie van de industrie, warmtepompen, elektrische auto’s enz. in de toekomst aanzienlijk méér gaat worden. Het is dus van belang te weten wat de beste manier is om elektriciteit op te wekken.

De samenstellers hebben daartoe een geweldige hoeveelheid gegevens uit de hele wereld verzameld, en aan de hand van 15 criteria en 22 methodes van elektriciteit opwekking dat onderzocht. De grote aantallen worden veroorzaakt omdat bijvoorbeeld onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende types gasturbine, en dan van ieder nog weer al dan niet met afvang van CO2. Bij zon-energie wordt bijvoorbeeld onderscheid gemaakt tussen drie soorten panelen, en dan bij alle drie of ze in zonneweides staan of op daken liggen, plus nog een paar systemen die met spiegels werken.

Bij ieder geval wordt onder meer het ruimtegebruik, de uitstoot van schadelijke stoffen, of het gebruik van zeldzame grondstoffen bekeken. Het leidend uitgangspunt in het rapport is de invloed op natuur en milieu, kortom de duurzaamheid. Het rapport gaat niet over geld.

Het rapport van honderd pagina’s is niet gemakkelijk te lezen. De vele grafieken en tabellen naar allerlei gezichtspunten, met de daartussen verweven tekst, maken het lezen niet eenvoudig. Vooral blijkt, naar gelang welk criterium van toepassing is, steeds weer een andere andere manier van stroom opwekking het meest gunstig. Daardoor is het praktisch onmogelijk om uit het rapport op te maken wat nu echt de beste manier is om aan elektriciteit te komen.

De werkgroep Groene Kernenergie heeft, met behoud van de essentiële detaillering, een samenvatting van het rapport gemaakt met de bedoeling wel zichtbaar te maken wat het beste is. Het resultaat is een overzicht van meer dan 25 kolommen met ieder wel 40 regels. Daar zit u vermoedelijk niet op te wachten. In de grafiek daarom een compacte versie. Daarin is te zien dat kernenergie het beste scoort, en steenkool zeer slecht.

Een paar opmerkingen.

Het rapport noemt als allerbeste een systeem waarbij door spiegels geconcentreerd zonlicht stoom wordt gemaakt waarmee een turbine wordt aangedreven. Aangezien dat alleen mogelijk is op plaatsen waar veel direct zonlicht beschikbaar is, zoals in de Sahara, heeft dit geen praktische betekenis voor mondiale stroom opwekking.

Om met windmolens evenveel stroom op te wekken als één kerncentrale zijn minstens 500 zeer grote windmolens nodig (als het tenminste waait). Daarvoor is veel ruimte nodig. Het rapport telt als benodigde oppervlakte voor windmolens echter alleen de omvang van de fundering, alsof 500 windmolens van 200 mtr hoog nauwelijks meer ruimte innemen dan één kerncentrale. Merkwaardig is dat het benodigd koelwater dat in en uit een kerncentrale stroomt als milieubelasting wordt geteld, maar dat het water dat een waterkrachtcentrale nodig heeft niet. Bij waterkracht wordt ook het onder water gezette land niet meegeteld als benodigd landoppervlak.

Het rapport houdt er geen rekening mee dat zon- en windenergie lang niet altijd beschikbaar zijn. Als de daarvoor noodzakelijke buffers meegeteld worden, zouden zon en wind aanzienlijk slechter scoren.

De in het UN rapport gehanteerde 15 criteria zijn: broeikasgas uitstoot, de straling ondergaan door het publiek en door professionals, vervuiling van oppervlaktewater, uitstoot van niet kankerverwekkende stoffen en van wel kankerverwekkende stoffen, het landgebruik, het watergebruik, schaarste aan grondstoffen zowel in het algemeen als voor een specifieke methode van stroom opwekking, het eigen verbruik van energie, de invloed op omgeving, de invloed op menselijke gezondheid, zowel inclusief als exclusief invloed op het klimaat.

bron: United Nations Economic Commission for Europe, “Life Cycle Assessment of Electricity Generation Options”, dec 2021.

wordt lid van de community  “Vrienden van het Thorium“.
Daar zijn geen kosten of verplichtingen aan verbonden.